Informatie bijgewerkt
De huidige informatie is bijgewerkt 01/01/2020
Opgelet op het wijzigend karakter van de wet en of regelgeving bevelen wij
u aan contact op te nemen met het kantoor
Familierecht van bemiddeling tot een scheiding
Informeer u grondig wanneer u op een scheiding afstevent. Er zijn verschillende mogelijkheden in het familierecht om deze situatie te regelen. Bekijk onderstaande opties waarbij Advocatenkantoor Willems-Nuyts bent u eveneens welkom om u hierin te ondersteunen of om de aanzet tot een bemiddeling aan te geven.
Het besluit om het huwelijk te beëindigen staat vast
Sinds de echtscheidingswet van 12 april 2007 bestaan er twee verschillende echtscheidingsprocedures: de echtscheiding met onderlinge toestemming en de echtscheiding gesteund op de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk.
- De echtscheiding door middel van onderlinge toestemming (EOT)
Hoe verloopt de procedure
- Procedure gesteund op het vermoeden van ontwrichting
Deze procedure verloopt heel eenvoudig. De echtscheiding wordt aangevraagd door het neerleggen van een verzoekschrift waarin een aantal wettelijk verplichte inlichtingen voorkomen. Bovendien moet de rechter in het bezit komen van een aantal stukken. De rechter spreekt automatisch de echtscheiding uit na één of twee zittingen.
OP DE INLEIDENDE ZITTING
Als kan bewezen worden dat u al een tijdlang feitelijk gescheiden leeft:
- zes maanden als beide echtgenoten gezamenlijk de echtscheiding aanvragen
- één jaar bij een eenzijdig verzoek wordt de echtscheiding onmiddellijk uitgesproken.
Is dit niet het geval dan wordt de zaak afgehandeld tijdens een zitting zo kort mogelijk nadat wel aan deze voorwaarden is voldaan.
OP EEN TWEEDE ZITTING
Onmiddellijk na het bereiken van een termijn van feitelijke scheiding van:
- zes maanden bij gezamenlijk verzoek
- één jaar bij eenzijdig verzoek
Na het herhalen van het verzoek te scheiden (zonder dat de feitelijke scheiding een rol speelt) met een tussenpauze van:
- drie maanden bij gezamenlijk verzoek
- één jaar bij eenzijdig verzoek
De rechtbank bepaalt zelf welke procedure de snelste procedure is. Als u beiden de echtscheiding aanvraagt en u leeft reeds vijf maand feitelijk gescheiden dan vindt de tweede zitting een maand daarna plaats. Als u slechts twee maand feitelijk gescheiden leeft, moet u drie maanden later opnieuw verschijnen om uw gezamenlijke wil opnieuw uit te drukken.
Voorlopige en bewarende maatregelen
Tijdens de echtscheidingsprocedure blijven beide partijen gehuwd. In afwachting van het uitspreken van de echtscheiding dient de situatie ‘voorlopig’ geregeld te worden. Deze door de rechter opgelegde maatregelen worden de ‘dringende en voorlopige maatregelen’ genoemd.
De verplichting tot samenwonen wordt opgeheven met storingsverbod. De bijstandsplicht en het leven van de kinderen wordt geregeld.
Het akkoord van beide partijen over bepaalde onderdelen kan erkend worden door de rechter. Bij gebrek aan een akkoord worden zij opgelegd door de ‘Voorzitter van de Rechtbank’ in kortgeding. Deze procedure wordt vaak de ‘kortgedingprocedure’ genoemd. Dit onderdeel van de echtscheiding zal in een afzonderlijke procedure én door een andere rechter beoordeeld worden.
De voorlopige maatregelen bepalen onder meer wie in de echtelijke woning mag blijven wonen, wie de schulden verder afbetaalt, wie het voorlopig gebruik van bepaalde goederen, zoals de auto, krijgt, bij wie de kinderen verblijven én hoeveel onderhoudsgeld voor de ex-partner of voor de kinderen moet worden betaald.
In principe kan alles geregeld worden in het belang van het gezin of haar leden. De meest voorkomende maatregelen zijn:
Verblijf in de echtelijke woning – storingsverbod
De voorzitter kan aan één van beide echtgenoten toelaten de echtelijke woning te bewonen en aan de andere echtgenoot verbieden deze te betreden. Hij kan deze echtgenoot toelaten elders afzonderlijk een verblijf te betrekken, waar eveneens een storingsverbod zal gelden. Indien één van de echtgenoten het storingsverbod overtreedt, kan beroep worden gedaan op de politie om een einde te stellen aan de gepleegde inbreuk.
Ook bestaat er een bijkomende bescherming voor slachtoffers van partnergeweld: zodra er ernstige ‘aanwijzingen’ zijn van geweld moet de rechter afzonderlijke woonst toekennen aan het slachtoffer in de echtelijke woning behalve in ‘uitzonderlijke omstandigheden’.
Aanwijzingen van geweld zijn voldoende. Een eventueel lopend strafrechtelijk onderzoek dient niet afgewacht te worden. Een verklaring van het slachtoffer gestaafd met een doktersattest kan voldoende zijn.
Onderhoudsuitkering aan de echtgenoot tijdens de echtscheidingsprocedure
De voorzitter kan aan de financieel zwakkere echtgenoot een onderhoudsbijdrage toekennen. Deze uitkering tijdens het huwelijk wordt door totaal andere rechtsregels beheerst dan de uitkering na echtscheiding op grond van artikel 301 B.W.
De echtgenoten kunnen verplicht worden elkaar gedurende het huwelijk een onderhoudsbijdrage te betalen en dit op basis van de artikelen 213 (hulpplicht) en 221 (bijdrageplicht) B.W.
Artikel 213 B.W. bepaalt “echtgenoten zijn jegens elkaar tot samenwoning verplicht; zij zijn elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd”
Artikel 221 B.W. bepaalt “Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen.”
In het begin wordt deze hulp- en bijdrageplicht in natura nagekomen. Wanneer het samenwonen niet langer mogelijk blijkt, zal zij de vorm aannemen van een onderhoudsbijdrage. Deze onderhoudsbijdrage tijdens de feitelijke scheiding verbindt de echtgenoot ertoe in levensonderhoud van zijn ex-partner te voorzien. De uitkeringsgerechtigde moet in staat gesteld worden om dezelfde levensstijl aan te houden die hij/zij zou gehad hebben indien er geen echtscheiding was geweest. De grootte zal dus afhankelijk zijn van de inkomsten en mogelijkheden van beide partijen, alsook van de levensstandaard tijdens het huwelijk.
Deze uitkering, toegekend door de voorzitter, vervalt bij het definitief worden van de echtscheiding en zal in principe dus slechts gelden voor een korte periode.
Ouderlijk gezag over de kinderen
In principe blijven de ouders, ook na echtscheiding, het gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen. Dit betekent dat beide echtgenoten evenveel zeggenschap behouden over de keuzes in het leven van het kind zoals: de school, studierichting, religie, medische ingrepen,…. Beide ouders dienen hierover op voorhand overleg te plegen.
Verblijfsregeling voor de kinderen
Sinds de wet van 18 juli 2006 dient de rechter na te gaan of het mogelijk is om met betrekking tot de kinderen een tweeverblijfsregeling uit te werken. De rechter dient na te gaan of het mogelijk is dat de kinderen gedurende gelijke periodes afwisselend bij elk van de ouders verblijven.
De rechter is echter niet verplicht om een tweeverblijfsregeling op te leggen. Het welzijn van het kind zal bij de beoordeling steeds voorop staan. De rechter zal daarbij rekening houden met de leeftijd van het kind (indien het kind te jong is, zal het aan de moeder toegewezen worden), de afstand tussen de verblijfplaatsen van de ouders, de afstand ten opzichte van de school, de beschikbaarheid van de ouders, de relatie tussen de ouders, …
Indien een tweeverblijfsregeling niet mogelijk geacht wordt, zal aan de ene ouder hoofdverblijfplaats toegekend worden. Bij die ouder zullen de kinderen voornamelijk verblijven.
Aan de andere ouder zal een secundair verblijf toegekend worden. Het secundair verblijf geldt meestal gedurende één op twee weekends (van vrijdagavond tot zondagavond) en gedurende de helft van de vakanties. Het secundair verblijf kan aangepast worden aan de specifieke situatie van beide partijen.
Indien de kinderen ouder zijn dan 12 jaar, kan de voorzitter besluiten om hen te aanhoren. Als er aanwijzingen zijn dat de kinderen bij een van de ouders niet veilig ondergebracht kunnen worden, kan de Voorzitter beslissen om een maatschappelijk of politioneel onderzoek ten aanzien van die ouder te voeren.
Onderhoudsgeld voor de kinderen
De wet bepaalt dat elk van beide ouders naar evenredigheid van hun middelen dienen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, het toezicht, de opvoeding en de opleiding van hun kinderen.
De rechter zal de grootte van het onderhoudsgeld bepalen rekening houdend met de kosten van het kind en de inkomsten van beide partijen.
Een veelvoorkomend misverstand is dat men geen onderhoudsgeld dient te betalen wanneer een alternerend verblijf toegekend wordt. Gezien het feit dat partijen evenredig met hun inkomsten moeten bijdragen aan het onderhoud, is dit niet het geval. De ouder die meer verdient zal een proportioneel groter aandeel van de kosten moeten dragen én bijgevolg aan de andere ouder een uitkering voor het kind moeten betalen. De rechter zal eveneens de kinderbijslag aan een van de ouders toekennen.
Geldigheidsduur voorlopige maatregelen
De voorlopige maatregelen gelden in principe slechts voor de duur van de echtscheidingsprocedure. Dit betekent tot het vonnis dat de echtscheiding definitief maakt van kracht is. De genomen beslissingen met betrekking tot de kinderen blijven evenwel gelden na de echtscheidingsprocedure. Indien na de echtscheidingsprocedure een wijziging van de maatregel noodzakelijk is, kunnen beide partijen zich wenden tot de Jeugdrechtbank of de Vrederechter.
Deelakkoorden
Op elk ogenblik kunnen deelakkoorden afgesloten worden omtrent de voorlopige maatregelen. De doelstelling van de wetgever is echtgenoten ertoe aanzetten om onderling zoveel mogelijk akkoorden op maat uit te werken.
De gevolgen van de echtscheiding
- Maatregelen voor de kinderen
De wet stelt eenvoudig dat de ‘voorlopige maatregelen’ die omtrent de kinderen werden overeengekomen, blijven gelden na de echtscheiding.
Er is een mogelijkheid om nieuwe maatregelen toe te voegen of te wijzigen. Zolang de echtscheidingsprocedure duurt, blijft de Voorzitter in kortgeding bevoegd om dit te doen en kan men hem de problematiek opnieuw voorleggen. Na de echtscheiding is de Vrederechter in principe bevoegd voor de onderhoudsproblematiek en de Jeugdrechter van zodra er ook problemen zijn in verband met het ouderlijk gezag en de verblijfsregeling.
In de praktijk wordt vastgesteld dat voorlopige maatregelen omtrent de kinderen vaak definitief zo blijven. De ouders moeten er in ieder geval op voorhand grondig over nadenken. Honderd keer hoorden de advocaten dat er wel iets op papier zou worden gezet en dat later de nodige soepelheid aan de dag zou worden gelegd. De ervaring leert dat wat op papier staat in 95% van de gevallen ook effectief wordt uitgevoerd.
Daarnaast ontwikkelde het advocatenkantoor uit Lille een werkwijze waarbij uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat er eerst een proefperiode zal zijn die na een aantal maanden geëvolueerd wordt om ze te bevestigen of aan te passen.
Voor ouders die het moeilijk hebben met de grootte van het onderhoudsgeld of de alimentatie wordt met een kinderrekening gewerkt waarop beide ouders voorlopig bedragen storten om dan te zien hoe het evolueert. Van de te storten bedragen wordt wel afgetrokken wat de partij die moet betalen al in natura bijdraagt, bijvoorbeeld voor kost en inwoon.
- Onderhoudsuitkering na echtscheiding
Open onderhoudsuitkering na echtscheiding
De nieuwe echtscheidingswet bracht een revolutionaire verandering teweeg op het vlak van de onderhoudsuitkering. Echtscheidingen worden niet meer uitgesproken ten laste of ten voordele van één van de echtgenoten. De onderhoudsplichtige dient niet langer “schuldig” geacht te worden aan de echtscheiding.
In het begin kan aan élke echtgenoot die daar een behoefte aan heeft een onderhoudsbijdrage toegekend worden. De wetgever heeft hier wel enkele uitzonderingen op voorzien.
Hetzelfde geldt voor de echtgenoot die geïnvesteerd heeft in het huwelijk – lees het gezin en/of de kinderen – en die daardoor heeft ingeleverd wat zijn beroepsloopbaan betreft en zijn vermogen.
In ieder geval wordt de duur van de onderhoudsuitkering beperkt tot maximum het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd.
Grootte van de onderhoudsuitkering
De wet stelt dat de rechtbank het bedrag van de alimentatie of onderhoudsuitkering dient vast te leggen. Dit bedrag moet minstens de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde dekken. In de wet staat geen verdere definitie van wat begrepen moet worden onder ‘behoeftigheid’.
De wet stel verder: “de rechtbank houdt rekening met de inkomsten en mogelijkheden van de echtgenoten en met de aanzienlijke terugval van de economische situatie van de uitkeringsgerechtigde. Om die terugval te waarderen, baseert de rechter zich met name op de duur van het huwelijk, de leeftijd van partijen, hun gedrag tijdens het huwelijk inzake de organisatie van hun noden en het ten laste nemen van de kinderen tijdens het samenleven of daarna.”
Aan welk bedrag u zich mag verwachten, verschilt zeer sterk van zaak tot zaak. Beide echtgenoten kunnen steeds een bepaald bedrag overeenkomen. Indien geen overeenkomst bereikt wordt, zal de rechter het bedrag bepalen.
Hierbij enkele vuistregels die in acht moeten worden genomen bij het bepalen van het bedrag:
- Minstens de staat van behoefte dekken: de onderhoudsbijdrage of alimentatie moet minstens de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde dekken, maar mag hoger zijn in enkele door de wet voorziene gevallen.
- Maximum één derde van de inkomsten van de uitkeringsplichtige: de onderhoudsbijdrage mag maximaal één derde van de netto-inkomsten van de uitkeringsplichtige echtgenoot bedragen.
- Belang van de inkomsten van de echtgenoten: bij evidentie zal de rechter de inkomsten van zowel de uitkeringsplichtige als de uitkeringsgerechtigde echtgenoot evalueren.
- Belang van de mogelijkheden van de echtgenoten: Waar de rechtspraak vroeger aarzelend rekening mee hield, is nu wettelijk verplicht. De rechter zal moeten nagaan welke mogelijkheden de uitkeringsplichtige en de uitkeringsgerechtigde echtgenoot hebben om inkomsten te verwerven. Elk van de echtgenoten wordt geacht naar beste vermogen zijn mogelijkheden te benutten. Bijgevolg kan de rechter rekening houden met inkomsten die één van de echtgenoten ‘zou kunnen’ verwerven, ook al is dit niet het geval omdat hij/zij hiertoe niet de nodige inspanningen levert. Zo zal de rechter bijvoorbeeld rekening kunnen houden met het feit of een echtgenoot al dan niet over een bepaald diploma beschikt en de mogelijkheden die daardoor worden geopend op de arbeidsmarkt. De rechter kan de uitkering beperken tot een periode die korter is dan die van het huwelijk. Hij kan ook van in het begin de toegekende bedragen gestaag laten afnemen om zo de onderhoudsgerechtigde aan te sporen of te verplichten meer inkomsten te verwerven.
- De aanzienlijke terugval van de economische situatie van de uitkeringsgerechtigde: iedereen kent wellicht een gezin waarin de ouders ervoor opteerden dat één van hen thuis zou blijven om in te staan voor de kinderen of om de andere echtgenoot te helpen bij zijn beroepsactiviteiten. De rechter zal rekening moeten houden met het gedrag dat beide partijen aannamen tijdens het huwelijk bij de organisatie van hun noden en het ten laste nemen van de kinderen tijdens het samenleven of daarna. De rechter dient in rekening te brengen wat de ‘behoeftige’ partner ingeleverd heeft in het belang van het gezin. De rechter zal bij het bepalen van de grootte van het onderhoudsgeld rekening moeten houden met het feit dat één van de echtgenoten zijn verdienmogelijkheden niet of niet volledig heeft uitgebouwd omwille van het gezin.
Artikel 305 § 5 voorziet hierop evenwel als beperking: “Indien de verweerder aantoont dat de staat van behoefte van de verzoeker het gevolg is van een eenzijdig door deze laatste genomen beslissing en zonder dat de noden van de familie deze keuze gerechtvaardigd hebben, kan hij worden ontheven van het betalen van de uitkering of slechts verplicht worden tot het betalen van een verminderde uitkering.” - De duur van het huwelijk: de uitkering is maximaal voor de duur van het huwelijk verschuldigd. De rechter kan in bepaalde omstandigheden beslissen de duur van de uitkering te verkorten.
- Samenwoonst of nieuw huwelijk van de onderhoudsgerechtigde: de uitkering vervalt bij een nieuw huwelijk of samenwoningverklaring van de onderhoudsgerechtigde. Ze kan ook afgeschaft worden wanneer bewezen wordt dat de onderhoudsgerechtigde samenleeft met een andere persoon ‘alsof ze gehuwd waren’.
- Uitsluiting van het recht op uitkering: de rechter kan aan de behoeftige echtgenoot géén onderhoudsuitkering toekennen indien deze zich schuldig gemaakt heeft aan misdaden gepleegd op de andere echtgenoot, zoals verkrachting of poging daartoe, opzettelijke slagen, vergiftiging of poging daartoe, doodslag of poging daartoe of moord. De echtscheidingsrechter moet in dat geval de uitspraak van de strafrechter afwachten. Indien de strafrechter de behoeftige echtgenoot schuldig acht, dan kan de echtscheidingsrechter géén onderhoudsuitkering toekennen.
Indien de onderhoudsplichtige kan bewijzen dat de behoeftige echtgenoot een zware fout begaan heeft die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt, kan deze ervan vrijgesteld worden om onderhoudsgeld te betalen. De rechter beoordeelt vrij of het al dan niet gaat om een zware fout en kan dus alsnog een onderhoudsbijdrage toekennen.
Wat is mogelijk met bemiddeling
- De erkende bemiddelaar
Bij echtscheidingsproblemen kan men eveneens een beroep doen op een erkende bemiddelaar.
Ook indien geschillen ontstaan na echtscheiding, bijvoorbeeld over onderhoudsgeld, het omgangsrecht voor de kinderen,… kan beroep worden gedaan op een bemiddelaar. De bemiddelaar heeft de taak de partijen te helpen om zelf, met volledige kennis van zaken, tot een oplossing te komen die voor beide partijen aanvaardbaar is.
Een advocaat kan optreden als bemiddelaar als hij hiervoor een gespecialiseerde en grondige opleiding volgde en erkend is als bemiddelaar. De opleiding omvat onder meer het aanleren van specifieke bemiddelingstechnieken.
Het voordeel om te kiezen voor een advocaat als bemiddelaar is het feit dat hij dagelijks wordt geconfronteerd met betwistingen in familiezaken voor de rechtbank. Hij weet beter dan een andere bemiddelaar hoe hij een rechtsgeldige én afdwingbare overeenkomst opstelt. Uit ervaring weet hij wat er allemaal mis kan lopen. Hij kan de verplichtingen van partijen zo formuleren dat zij in de toekomst niet voor betwisting vatbaar zijn. Tenslotte komt hij dagdagelijks in contact met de rechtbank en de gangbare rechtspraak, zodat hij partijen kan informeren, bijvoorbeeld over welke de door de rechtbank opgelegde overeenkomst zou zijn indien zij onderling niet tot een overeenkomst zouden komen.
De advocaat, erkend als bemiddelaar, moet zich houden aan een strikte geheimhouding. Voor de bemiddeling start, zal een bemiddelingsovereenkomst afgesloten worden. Hierin worden de verplichtingen van beide partijen vastgelegd, afspraken over de werkwijze, de beëindiging, de vergoeding en de kosten.
Indien de partijen tot een overeenkomst komen, leggen zij dit schriftelijk vast in een dading. Deze dading is bindend voor élk van beide partijen.
- De onderhandelde oplossing
Naast het wettelijk erkende instituut van de bemiddeling is er de bemiddeling in de taalkundige betekenis van het woord: de onderhandelde oplossing.
Waar de wettelijke bemiddeling niet alleen start met een verplichte schriftelijke overeenkomst verloopt ze ook in een bepaald traject dat bewaakt wordt door de bemiddelaar.
De nieuwe echtscheidingswet biedt daarin enorme mogelijkheden. Als de echtscheiding wordt aanvraagt, moeten niet meer ten aanval worden getrokken maar eenvoudigweg worden vermeld dat men niet gehuwd wil blijven. Door die verklaring begint een termijn van drie maanden, zes maanden of één jaar te lopen, waarna de echtscheiding automatisch wordt uitgesproken.
Het echtpaar heeft dan rustig de tijd om over veel aspecten, indien mogelijk alles, een akkoord te sluiten. Dit hoeft niet meer te gebeuren in de emotionele periode die gepaard gaat met het einde van het samenleven. Iedereen kan tot rust komen en in alle sereniteit een beslissing nemen. Een ervaren advocaat weet ongeveer wat er zou gebeuren indien er geen akkoord uit de bus komt.
Als hij dat aan zijn cliënt meegeeft, zal die na een tijdje begrijpen dat men geen maanden moet procederen om tot ongeveer dezelfde oplossing te komen. Meestal kan hij bepalen wat er in de beste veronderstelling zal uitgesproken worden en wat in een worst case scenario. Meestal liggen die twee scenario’s niet zo ver uit elkaar. Halverwege kunnen de partijen elkaar meestal vinden.
Contact
Laat u ondersteunen bij verschillende onderdelen van het familierecht. In Lille heeft u hiervoor de ideale partner gevonden in Advocatenkantoor Willems-Nuyts.